Ares: De intensieve landbouwindustrie heeft een slechte naam en roept vaak beelden op van uitgestrekte velden met mono-culturen en pesticiden die langzaam in het grondwater zakken. Wat zijn nou eigenlijk de nadelen van het huidige systeem?
Louise Fresco: Er gaat inderdaad heel veel mis in de grootschalige landbouw. Maar niet ieder grootschalig veld strookt met het beeld dat je zojuist beschreef: teveel pesticiden, grondwater vervuiling etc. Kijk, teveel doseren is altijd fout geweest. En dat hebben we heel lang gedaan, omdat er niet op gelet werd. Dus dit is nou een typisch geval waar wetgeving geholpen heeft. Pas op het moment dat je zegt, de vervuiler betaalt en als je het oppervlaktewater vervuilt dan moet je ook een boete betalen, kom je echt ergens. Deze wetgeving heeft ontzettend geholpen om te zorgen dat er niet teveel bemest werd en gespoten. Dus de fouten in het systeem liggen hierin, dat er nog heel veel zaken zijn die kosten op het gebied van natuur en op sociaal gebied met zich meebrengen, maar waar nog geen controle op is om die zaken in het gareel te krijgen. Grootschaligheid is niet perse heel erg. Je kunt het lelijk vinden omdat wij gewend zijn aan het Nederlandse coulisselandschap. Maar er zijn heel wat mensen in Brazilië die die grote sojavelden juist prachtig vinden. Dus ook dat is natuurlijk weer een kwestie van discussie. Het gekke is dat op die hele grootschalige velden juist het meest zuinig gewerkt wordt. Als je het uitdrukt in kilo product per kilo kunstmest zijn dat de meest zuinige situaties. Dat heeft heel veel redenen. Maar één ervan is dat je heel goed weet - omdat dat allemaal met sateliet-gestuurde tractoren gaat - welk stukje land je moet bemesten. Er wordt dus heel nauwkeurig naar gekeken. En ja, je kunt dat mooi vinden of lelijk vinden.
Het is waar dat de biodiversiteit daar afneemt. Maar dat geldt voor heel veel landbouw systemen. En juist als je intensief produceert op één stukje land dan kun je op een ander stukje het natuurlijk ecosysteem in stand laten en dat is natuurlijk nog veel beter dan landbouwgronden waar al die diversiteit verloren gaat. Toch kun je niet alle idealen tegelijkertijd overal willen garanderen. Je kunt in de stad ook niet dezelfde biodiversiteit hebben als in een ecosysteem dat onaangetast is. Dus dan zou je ook moeten zeggen: we willen ook geen steden meer. Maar nogmaals, straks woont 60% van de wereldbevolking in steden dus dat eten zal ergens grootschalig geproduceerd moeten worden. En dan kan je het beter op een zo efficiënt en intensief mogelijke manier doen dan dat je daar allerlei natuurgebieden voor gaat ontginnen. Dat willen we natuurlijk ook niet. Dus je wilt dat Amazonewoud in Brazilië handhaven en dan zorg je dat je je productie ergens anders concentreert. Nou zijn er natuurlijk nog de sociale kosten. Die waren er vroeger in de zin dat boeren van hun land werden gestoten door het landbouwbeleid. In landen als Brazilië had je natuurlijk grootgrond-eigenaren. Boeren waren pachters en hadden geen recht op land. Dat was ook in delen van India zo. Vandaag de dag is het veel meer het probleem dat ik je al eerder zei, dat mensen niet boer willen blijven. Dus die sociale uitstoot vanuit de landbouw, dat was een generatie geleden meer een probleem dan nu. Nu is toch denk ik voor iedereen duidelijk dat je zo duurzaam mogelijk voedsel moet produceren tegen een prijs die ook betaalbaar is voor de armen in de stad.